We kennen allemaal de term ‘kaaskop’. Wist je dat die uit deze streek afkomstig is? Boeren uit de directe omgeving van Gouda moesten zich verdedigen tegen de roofsoldaten van Napoleon. Ze maakten helmen van kaasvaten, die ze aan de binnenkant voorzagen van stro en doeken, zodat de vaten beter pasten en niet zo hard aan je hoofd waren.
Kaas is onlosmakelijk verbonden aan Gouda. In de veertiende eeuw kreeg deze stad namelijk het alleenrecht om kaas te verkopen in het graafschap Holland. Goudse kaas wordt dus niet zozeer gemaakt in Gouda, de term ging eigenlijk over de verkoop. De beroemde Goudse kaas komt ook uit de dorpen rondom de stad. Van begin april tot eind augustus is nog iedere donderdagochtend te zien hoe de boeren uit de omgeving met hun door paarden getrokken kaasbrik naar de Markt komen. Hier, in de Waag, wordt de kaas nog gewogen zoals dat eeuwen geleden ook al gebeurde. Deze traditie is een echte toeristische trekpleister. Ieder jaar wordt de kaasmarkt officieel en feestelijk geopend in samenwerking met het Genootschap Graaf Floris V. Deze club wil ervoor zorgen dat Gouda nóg levendiger wordt voor Gouwenaren en bezoekers van buiten Gouda. Oude tradities en nieuwe initiatieven kunnen rekenen op hun financiële steun. De Goudse is lid van het Genootschap.
In de middeleeuwen hadden alle beroepsgroepen in een stad een zogenaamd gilde. Gildes waren de voorlopers van onze moderne vakbonden. In Gouda is het gilde van de Waegemeesters nog actief. De burgemeester is voorzitter van dit gilde. In deze rol is hij dus opper-Waegemeester. Ieder jaar draagt Genootschap Graaf Floris V een Gouwenaar voor die vanwege zijn verdiensten voor de stad de titel ere-Waegemeester verdient. Zowel Ad Bouwmeester als zijn zoon Geert, de huidige bestuursvoorzitter van De Goudse, mogen deze titel dragen. Tijdens de opening van de eerste kaasmarkt van het seizoen worden de ere-Waegemeesters officieel benoemd.
De Goudse Waag werd in 1668 gebouwd. Hij is ontworpen door Pieter Post, die ook bekend is van onder andere Huis ten Bosch. Gouda was een belangrijke tussenstop tussen Amsterdam en Rotterdam. Daar viel goed aan te verdienen. Over alle goederen die de stad in werden gebracht en die meer wogen dan tien pond, moest belasting betaald worden. De naam Kaaswaag, die ook wel aan dit gebouw gegeven wordt, klopt dus niet helemaal.